Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Baesa, de zoon van [56]Ahia, van het [57]huis van Issaschar, [58]maakte een verbintenis tegen hem, en Baesa sloeg hem te [59]Gibbethon, hetwelk der Filistijnen is, als Nadab en gans Israel Gibbethon belegerden. 56. Een ander dan Ahia, de profeet van Silo, boven, hfdst.11 vs.29, en dan Ahia, de schrijver van Salomo, boven, hfdst.4 vs.2, en dan Ahia de priester, 1 Sam.14:3, enz. 57. Dat is, van den stam van Issaschar; alzo wordt gezegd het huis Efraims, Richt.10:9; het huis van Juda, Hos.1:7; het huis van Levi, Ps.135:20, enz. 58. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk binden, aanbinden. Daarom als het van de gemoederen der mensen gebruikt wordt, zo is het wel somtijds genomen in het goede, voor ene verbintenis der liefde, gelijk Gen.44:30, maar zeer dikwijls voor een verbintenis der vijandschap, waardoor heimelijke samenspanningen tegen personen of staten gemaakt worden, gelijk hier en 1 Sam.22:8, en onder, hfdst.16 vs.9,20, en 2 Kon.10:9, en 2 Kon.12:20; Neh.4:8; Amos 7:10. 59. Een stad, gelegen in den stam van Dan, Joz.19:44, die den Levieten tot woning geeigend was, Joz.21:23, maar van de Filistijnen overheerd en bewoond, en daarom van Nadab alsnu belegerd, doch niet gewonnen; en is de belegering naderhand van de Israelieten hervat geworden. Zie onder, hfdst.16 vs.17.